Gepubliceerd op:
25
februari
2021

Sophie van de Wouw is al 11 jaar logopediste in woonzorgcentra Hof van Egmont en De Lisdodde. Ze begeleidt er bewoners met slikproblemen, taal- en spraakstoornissen en vertelt je graag wat een logopedist kan betekenen voor ouderen.

Logopedie bij ouderen is voor velen eerder onbekend terrein. Het is meer dan “het mooi leren spreken”. Een logopediste is iemand die, zowel jong als oud, begeleidt bij het herstellen en onderhouden van diens communicatiemogelijkheden.

Slikproblemen

Het grootste gedeelte van Sophie’s werk bestaat uit het herkennen, behandelen en opvolgen van slikproblemen (dysfagie). “Heel wat ouderen in een woonzorgcentrum kampen met slikproblemen, omdat de fysiologie van het slikken verandert. Wanneer er ook nog onderliggende ziekten zijn, is een logopedische opvolging noodzakelijk om verdere ongemakken te voorkomen.

Een multidisciplinaire samenwerking tussen huisarts, verpleegkundigen, zorgkundigen en diëtiste is een must. Dit vertaalt zich in de “werkgroep malnutritie” in het Hof Van Egmont waar ik deel van uitmaak.”

Slikproblemen herkennen en behandelen

Vooral ongewenst gewichtsverlies en herhaaldelijke longontstekingen zijn alarmsymptomen voor slikproblemen. Maar ook het achterblijven van voedselresten in de mond, frequent keelschrapen, een borrelige stem, hoesten bij de inname van voedsel of drank, enz. kunnen een indicatie zijn.

“De behandeling van slikproblemen kan revaliderend of compenserend zijn. Soms kunnen we oefenen om het slikken veiliger en efficiënter te laten verlopen. Bij ouderen die cognitief zwakker zijn, kunnen we bijvoorbeeld de consistentie van de maaltijden wijzigen (bv: gemixte soep) of laten we personen drinken uit een speciale beker met een neusuitsparing. Ook het tempo waarop je iemand eten geeft, is essentieel net als de eethouding. Daarnaast bekijken we samen met de arts medicatie die eventueel een invloed kan hebben op het slikken en benadrukken we het belang van goede mondzorg.”

Spraakstoornissen

Sophie behandelt ook spraak- en taalstoornissen bij ouderen. Een spraakstoornis (= dysartrie) kan voorkomen na bv. een beroerte, door spierziekte of andere neurodegeneratieve ziektebeelden. Deze ziektes of aandoeningen tasten één of meerdere spieren aan die nodig zijn om te spreken wat voor problemen zorgt bij articulatie, ademhaling of stem. Je kan er dus slechter door spreken. Sophie gaat dan samen met de bewoner op zoek naar wat nog wel lukt. “Het is belangrijk dat ik me niet enkel focus op de bewoner, maar ook op de mensen die met de bewoner communiceren. Velen hebben de neiging luider te gaan spreken of om hun taalgebruik simpeler te maken, maar dit is niet nodig. Ook non-verbale communicatie kan heel krachtig zijn. Een zachte aanraking, oogcontact, gebaren,... Hoe je iets zegt is minstens even belangrijk als wat je zegt.”

Taalstoornissen

In het geval van taalstoornissen (= afasie) is de articulatie en de intelligentie van de persoon normaal maar heeft hij of zij moeite met het begrijpen en/of uiten van gesproken en geschreven taal. Wat voor veel frustratie kan zorgen! Pictogrammen of letterborden kunnen hierbij een hulp zijn.

“In de praktijk zien we dat taalstoornissen bijna nooit alleen voorkomen en dat er vaak ook cognitieve problemen zijn zoals moeilijkheden met geheugen, aandacht, redeneren, impulscontrole of informatieverwerking. Dit maakt de behandeling zeer complex en is het belangrijk om steeds per bewoner individueel te gaan kijken hoe we de communicatie in het dagelijks leven en zo ook een stukje van de levenskwaliteit kunnen optimaliseren.”

Meer info over slikproblemen, taal- en spreekstoornissen bij ouderen vind je via: